Hoe houd je de vaart in je isolatieopgave zonder beschermde diersoorten in gevaar te brengen? Een vraag die momenteel bij elke gemeente wel speelt. Zo ook bij de BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) waar Tim Lommerse als beleidsmedewerker energietransitie werkzaam is. Op 2 augustus besloot de Raad van State namelijk dat ecologisch onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen verplicht is bij het na-isoleren van je woning. ‘‘Dat schuurt soms’’, vertelt Tim. ‘‘Als gemeente heb je – zeker binnen het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) – te maken met isolatiedoelstellingen en kun je je geen vertraging oplopen. Tegelijkertijd wil je niet de natuur schaden in je pogingen CO2 te reduceren voor het klimaat. Dat is soms écht puzzelen.”

 

Als er bij ecologisch onderzoek vleermuizen worden aangetroffen, moet de woningeigenaar ontheffing aanvragen op de Wet natuurbescherming (Wnb). Hierdoor lopen de kosten flink op en duurt het lang voordat de woning geïsoleerd kan worden. Om te voorkomen dat voor elke woning apart een ecologisch onderzoek nodig is, kunnen gemeenten aan de slag met een Soortenmanagementplan (SMP). Met dit plan wordt er op gebiedsniveau (per wijk of gemeente) een ontheffing op de Wet natuurbescherming aangevraagd.

 

Aangezien zowel woningisolatie als natuurbescherming van groot belang zijn, werken de ministers samen met betrokken partijen aan een goede werkwijze die in lijn is met de Wet natuurbescherming. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelt dit jaar 44 miljoen euro beschikbaar via de regeling ‘Specifieke Uitkering versnelling natuurinclusief isoleren’. Het streven is dat er in 2024 een tweede tranche komt. Er is dus veel ontwikkeling gaande rondom wetgeving en regelingen. Ondertussen stoeien gemeenten met de invulling van een natuurvriendelijke aanpak. Hoe kom je als gemeente vooruit? Tim neemt ons mee in de zoektocht van de BUCH-gemeenten, waarin ze aan de slag zijn gegaan met ecologisch onderzoek op wijkniveau.

 

“Deze aanpak op wijkniveau kun je zien als een generale repetitie voor een mogelijk Soortenmanagementplan (SMP).”

 

Ecologisch onderzoek op wijkniveau

Het dossier ‘Wet natuurbescherming bij spouwmuurisolatie’ belandde dit jaar op het bureau van Tim Lommerse. Tim: ‘‘Ik was net begonnen en het leek een mooi project om “er in te komen”, maar toen kwam die uitspraak van de Raad van State en raakte het opeens in een stroomversnelling. Er is op dit moment nog veel onduidelijkheid met betrekking tot de regelgeving. Bijvoorbeeld hoe de regeling SPUK ‘versnelling natuurinclusief isoleren’ eruit komt te zien en of er binnen de provincie Noord-Holland met een pre-SMP gewerkt mag gaan worden.’’

 

Wanneer een provincie werkt met een pre-SMP beleid kunnen gemeenten onder voorwaarden al aan de slag met isolatiemaatregelen, terwijl zij hun SMP laten opstellen. De provincie Utrecht hanteert deze werkwijze.

 

“Daarnaast werd al vrij snel duidelijk dat het op dit moment niet realistisch en wenselijk is om voor de volledige BUCH een SMP-aanbesteding te doen. Door die onzekerheid en onduidelijkheid, maar ook door een gebrek aan capaciteit bij ecologen die dat onderzoek moeten uitvoeren”, vervolgt Tim. ‘‘Tegelijkertijd wilden we ook niet helemaal in de wachtstand en daarmee de NIP-doelstellingen mogelijk in gevaar te laten komen. Dus hebben we besloten om een start te maken en stapsgewijs te leren wat er moet gebeuren. In overleg met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord hebben we besloten om op wijkniveau te beginnen. Het voordeel van een ‘wijk voor wijk’-aanpak is dat we snel kunnen handelen, flexibel zijn en kunnen leren van elke wijk. Als er eenmaal meer duidelijkheid komt over de ‘SPUK versnelling natuurinclusief isoleren’ en een eventuele pre-SMP in onze provincie, kunnen we dan bepalen of we op deze manier verdergaan of toch een onderzoek voor de hele BUCH aanbesteden.”

 

Aan de slag

Het doel van het Nationaal Isolatieprogramma is om 2,5 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030. De nadruk ligt daarbij op de 1,5 miljoen slecht geïsoleerde woningen. “Vandaar dat we zijn gestart in een wijk met de hoogste concentratie van woningen met een slecht energielabel (D, E, F en G). Door te beginnen waar de nood het hoogst is, maak je de meeste impact. De kennis die we hieruit opdoen, kunnen we mooi toepassen op de volgende wijken waar we aan de slag gaan.”

 

Geleerde lessen

Het ecologisch onderzoek in de eerste wijk bevindt zich inmiddels in de afrondende fase. We vroegen Tim naar de belangrijkste lessen binnen dit proces. Welke tips heeft hij voor andere gemeenten?

 

  1. Informeer de inwoners waar je aan de slag gaat en betrek hen

‘‘Tijdens het eerste ecologisch onderzoek kreeg ik van de onderzoekers het verzoek om inwoners van de wijk op de hoogte te brengen’’, vertelt Tim lachend. ‘‘Ze kregen namelijk te maken met wantrouwige buurtbewoners. Niet zo gek natuurlijk: er lopen op verschillende avonden mensen in je wijk rond die intensief naar je gevel en dak kijken. We hebben de buurtbewoners geïnformeerd via een brief en de onderzoekers meegegeven om zich te identificeren. Ook konden we langs deze weg de inwoners vragen om hun eigen kennis te delen over wat er in hun wijk rondvliegt. Dit is waardevolle informatie voor de ecoloog.”

 

  1. Wees proactief en ga in gesprek met de betrokken stakeholders.

‘‘Ondanks de complexiteit van het thema en regelgeving die nog in ontwikkeling is, wilden we graag een stap vooruitzetten. Het is daarbij extra belangrijk om proactief het gesprek aan te gaan met de betrokken instanties, zoals de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Ook trekken we veel op met de gemeente Hollands Kroon die met een vergelijkbare aanpak bezig is. We zoeken elkaar hierin op en ik zou gemeenten aanraden om soortgelijke gesprekken met de Omgevingsdienst en andere gemeenten te voeren.”

 

  1. Een natuurlijkvriendelijke isolatieaanpak op wijkniveau kun je zien als een generale repetitie voor een mogelijk SMP.

Deze aanpak op wijkniveau stelt ons in staat om continu te blijven leren, snel te acteren op nieuwe regelgeving en vaart te houden in onze isolatieopgave. Je kunt het zien als een generale repetitie voor een mogelijk SMP in de toekomst.”

 

Ondanks de uitdagingen blijft Tim positief en ziet hij dit dossier als een interessante puzzel. ‘‘Het kost veel tijd en geld om in kaart te brengen of en waar er in de gemeente beschermde diersoorten leven. Dat vraagt om veel geduld, maar tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat het ecologisch onderzoek van groot belang is.’’ Uiteindelijk hoopt hij met deze natuurvriendelijke isolatieaanpak ook de vaart erin te kunnen houden.

 

Wil je punt 2 direct in praktijk brengen en graag eens ervaringen of tips uitwisselen? Neem contact op met Tim Lommerse.

Categorieën: Nieuws