De provincie Noord-Holland wil dat aardwarmte in 2030 serieus bijdraagt aan het verwarmen van huizen en gebouwen. Wat betekent dit voor inwoners?

 

Allereerst: wat is aardwarmte? “Warmte uit grote diepte”, zegt Frank Schoof, projectleider aardwarmte Metropoolregio Amsterdam (MRA). “Deze warmte wordt in de vorm van warm water omhoog gepompt.”

 

Zo werkt aardwarmte

Het principe is simpel. Een boorinstallatie pompt warm water op. Daarna wordt de warmte uit dit water gehaald. Een warmtenet verdeelt deze warmte over huizen en gebouwen. Vervolgens pompt de installatie het afgekoelde water terug in de aardlaag waar het vandaan kwam. Hier warmt het op termijn weer op.

Van alle energie in Nederland gaat 40% naar warmtetoepassingen, zoals het verwarmen van huizen en gebouwen. Aardwarmte kan dat onderdeel verduurzamen. Het gebruik van meer aardwarmte in de bebouwde omgeving kan zo helpen om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen.

Noord-Hollanders met stadsverwarming krijgen mogelijk binnen een paar jaar te maken met aardwarmte. Schoof: “Stadsverwarming is vaak een mengeling van restwarmte en verbranding van afval en biomassa. Aardwarmte komt daar straks bij. Maar eerst moeten huizen van het gas af en warmtenetten worden aangelegd. Parallel daaraan kan geothermie groeien.”

 

Gloeiend heet

Momenteel heeft Noord-Holland 3 geothermie-installaties: in Heemskerk, Wieringermeer en Andijk. Nederland telt er 24. Deze installaties verwarmen glastuinbouwkassen met warmte afkomstig van 2 tot 4 kilometer diepte. Weetje: de watertemperatuur op 1 kilometer diepte is 40 graden; 2 kilometer lager is het 100 graden of meer.

“Noord-Holland is een relatief kansrijke geothermieplek”, vertelt Matthijs van Oosterhout, beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling bij de provincie. “Vooral in het noorden is de ondergrond goed geschikt. Over het zuiden is minder bekend. Daar moeten we meer onderzoek doen naar de geschiktheid van de diepe ondergrond.” Om die reden hebben de provincies Noord-Holland en Flevoland Energiebeheer Nederland (EBN) gevraagd om extra onderzoek in de MRA. De resultaten daarvan zijn begin 2022 bekend.

 

Schat aan informatie

“Tegelijkertijd helpen we gemeenten beleid te maken”, vervolgt Van Oosterhout. “Zij hebben de regie. Ze moeten bijvoorbeeld wijken aanwijzen die van het gas af moeten en warmtenetten aanleggen. Zodat aardwarmteontwikkelaars aan de slag kunnen wanneer die geothermie er inderdaad blijkt te zitten. Haarlem en Amsterdam zijn de pioniers in het zuiden van de provincie. Ze tonen veel lef. Samen met ontwikkelaar ENGIE haalt Haarlem straks hopelijk een schat aan informatie uit de bodem en deelt die met de hele regio.”

Belangrijke aandachtspunten zijn er ook. Zo is er oog voor het voorkomen van aardbevingen. De kans op bevingen wordt van tevoren onderzocht en ook tijdens de boorfase gemeten. Met de gegevens die de boring oplevert, stelt de toezichthouder eisen aan de productie. Schoof: “Het risico is sowieso klein, omdat je het opgepompte water terugbrengt in de bodem. Bij gaswinning gaat er niks terug omlaag. Daardoor kan bodemdaling met bijbehorende schokken optreden.”

 

Zorgen wegnemen

Onderzoek, voorlichting en communicatie zijn cruciaal voor het draagvlak. “Daarom nemen overheden en ontwikkelaars kritische geluiden heel serieus”, aldus Schoof en Van Oosterhout. “Ze moeten in overleg met de omgeving en waar mogelijk rekening houden met de bezwaren. Als er een geothermie-installatie in jouw wijk komt, ga je dat zien en merken. Het is een installatie waarvoor een paar maanden wordt geboord en die zichtbaar blijft. De ontwikkelaar moet dan ook zorgen dat de locatie geschikt is en bijvoorbeeld geen mooi uitzicht verdringt. Inwoners moeten heel goed worden meegenomen in de plannen.”

 

Ambitieus

Niettemin wordt een groeispurt verwacht. “Ik denk dat Noord-Holland Zuid over 2 à 3 jaar de eerste installatie heeft”, zegt Van Oosterhout. “Het jaar erna 2, en zo verder. Onze ambitie is dat geothermie in 2030 serieus bijdraagt aan het verwarmen van huizen en gebouwen. Gedeputeerde Klimaat en Energie Edward Stigter is wat dat betreft ambitieus. Hij zit ons goed achter de broek aan om geothermie te versnellen waar het kan en gemeenten hiermee te helpen.”

Schoof schetst het plaatje als in 2050 7 miljoen huizen in Nederland van het gas zijn: “Grofweg de helft daarvan is dan aangesloten op een individueel systeem met biogas of warmtepompen. De andere helft zit op een collectief systeem waarin aardwarmte ongeveer de helft van de warmte levert. Concreet betekent dit dat de MRA 15 à 20 geothermie-installaties nodig heeft. Vanuit de onder- én bovengrond gezien wordt het heel moeilijk om daarvoor geschikte locaties te vinden. Maar die zijn er wel. Je kan bijvoorbeeld denken aan bedrijven- en industrieterreinen en stukken grond langs wegen of andere infrastructuur.”

 

Meer informatie

De provincie Noord-Holland wil samen met andere publieke en private partijen in de regio het gebruik van aardwarmte als duurzame warmtebron versnellen. Lees meer op warmteiscool.nl.