Gemeenten zijn volop bezig het opstellen van de transitie-visie warmte: de gemeentelijke visie op het aardgasvrij maken van het woningbestand. Wat is de betekenis van deze visies voor historische wijken, moeten deze wijken ook op korte termijn van het gas af? Het Servicepunt Duurzame Energie Noord-Holland en het Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland bespreken waarom historische wijken nog niet van het gas afgekoppeld kunnen worden, welke innovaties nodig zijn om historische wijken aardgasvrij te maken en hoe gemeenten eigenaren van historische panden kunnen ondersteunen die ambitieuze verduurzamingsplannen hebben.

Aardgasvrij koken en verwarmen

Oud-minister Kamp heeft in de energieagenda van 2016 al aangekondigd dat de gebouwde omgeving in Nederland in 2050 aardgasvrij moet zijn. Dit is ook het uitgangspunt van het Nederlandse Klimaatakkoord. Als tussendoelstelling moeten 1,5 miljoen woningen in 2030 al aardgasvrij zijn. Dat is ongeveer 20% van de woningvoorraad en de rest volgt tussen 2030 en 2050. Om die doelstelling te halen moeten alle gemeenten in Nederland uiterlijk in 2021 een zogenaamde transitievisie warmte hebben vastgesteld. Hierin staat welke buurten of wijken voor 2030 van het aardgas afgaan en welk alternatief voor aardgas naar verwachting geschikt is voor welke buurt. De transitievisie warmte omschrijft dus een gefaseerde, geleidelijke en wijkgerichte aanpak.

Alternatieven voor aardgas

Momenteel zijn er grofweg drie alternatieven voor aardgas denkbaar:

  1. Een individuele elektrische oplossing (‘all electric’); vaak een warmtepomp. Deze haalt energie uit bijvoorbeeld de bodem, lucht of uit zonthermie en heeft hiervoor elektriciteit nodig. Om dit efficiënt te kunnen doen moeten gebouwen wel goed geïsoleerd zijn. En een goede isolatiewaarde bereiken is lastig bij veel cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, omdat er vaak geen spouwmuurisolatie aanwezig en omdat enkelglas niet vervangen mag worden met dubbel- of tripelglas.
  2. Een collectieve oplossing is een warmtenet. Daarbij wordt op een centraal punt warmte opgewekt dat via buizen met water wordt vervoerd naar de woningen en gebouwen in een buurt of wijk. Hiervoor is dus wel een nieuwe warmteinfrastructuur in de grond nodig. In historische binnensteden is daar vaak niet voldoende ruimte voor.
  3. Hernieuwbaar gas. Denk daarbij aan groen gas of waterstof. Hiervoor kan het huidige gasnet geschikt gemaakt worden. In de woning is – afhankelijk van de samenstelling van het gas – een andere CV-ketel nodig. Hernieuwbaar gas is tot 2030 in ieder geval schaars. Hopelijk komt er na 2030 meer beschikbaar maar hoeveel is nog erg onzeker. Bovendien is dit gas ook elders nodig, bijvoorbeeld in de industrie waar zeer hoge temperaturen nodig zijn (en andere energiebronnen halen deze hoge temperaturen nog niet). Het lijkt dan ook logisch om dat gas in ieder geval daar te gebruiken. Of en hoeveel er dan nog beschikbaar is voor de gebouwde omgeving is de vraag.

Cultuurhistorisch waardevolle wijken als laatste aan de beurt

In de transitievisies warmte zal vooral gekeken worden welke buurten tegen acceptabele kosten voor 2030 aardgasvrij gemaakt kunnen worden. Dat zijn niet de historische kernen of andere buurten met veel monumentale gebouwen. Deze zullen pas later van het gas afgekoppeld worden omdat er nog innovatie nodig is om dit mogelijk te maken. Enerzijds moeten de kosten omlaag en anderzijds moet de techniek verbeteren waardoor gebouwen met minder isolatie toch efficiënt en comfortabel met een all electric oplossing verwarmd kunnen worden. En er moet voor gezorgd worden dat er (veel) meer groengas en (groene) waterstof voor handen komt.

Ontzorgen

Uiteraard zijn er eigenaren van monumenten die nu al hun steentje willen bijdragen. De gemeente kan hierin ondersteunen door eigenaren te wijzen op de maatregelen die ze zonder meer kunnen nemen, zoals het aanbrengen van radiatorfolie, LED lampen en dikke gordijnen en door beleidsinstrumenten te ontwikkelen die eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ontzorgen. Denk aan het afgeven van een collectieve vergunning voor een bepaald type isolerende beglazing, wijkgerichte collectieve inkoop van materialen en werkzaamheden (bijvoorbeeld de collectieve inkoop van passende isolatiematerialen in een historische wijk), het bieden van financiële ondersteuning voor begeleiding en deskundig advies en een goed benaderbare erfgoedambtenaar. Wanneer eigenaren nu al de ambitie hebben om van het aardgas af te gaan, is het belangrijk dat er maatwerk wordt geleverd. Dat betekent dat initiatiefnemers deskundig advies nodig hebben. De gemeente kan dit faciliteren door zelf maatwerkadviezen te leveren (zoals Erfgoed Leiden) of door maatwerkadviezen en begeleiding te subsidiëren.

Balans zoeken

Uiteindelijk moet er een balans worden gezocht tussen een lagere energierekening, meer wooncomfort, het leveren van een bijdrage aan een duurzame wereld en de duurzame instandhouding van de monumentale waarden van historische panden. De techniek is echter nog niet zo ver dat historische panden op een comfortabele en betaalbare manier van het gas af kunnen. En hoewel ook monumenten op den duur van het aardgas afgekoppeld moeten worden, moeten we roeien met de riemen die we op dit moment hebben. Doe wat kan, maar wees pragmatisch zodat er alleen no-regret maatregelen worden uitgevoerd.

Heeft u een vraag over het verduurzamen van cultuurhistorisch waardevolle panden? Neem dan contact op met Rosanne Bruinsma (r.bruinsma@mooinoord-holland.nl). Meer informatie over diverse technieken vindt u hier.

Lees hier het originele nieuwsbericht van Het Steunpunt Monumenten en Archeologie Noord-Holland. 

(Tekst: Ingrid Giebels (programmamanager Servicepunt Duurzame Energie) en Rosanne Bruinsma (beleidsmedewerker duurzaamheid en erfgoed, Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland), Beeldverantwoording: Ossip van Duivenbode)