Parallel aan de landelijke onderhandelingen voor het Klimaatakkoord, is Nederland opgedeeld in 30 energie-regio’s. De provincie Noord-Holland bestaat uit 2 van deze regio’s: Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid. Deze laatste regio is feitelijk de MRA minus de gemeenten Almere en Lelystad. Elke gemeente, provincie en ook waterschap werkt op dit moment binnen deze regio’s samen met stakeholders aan de voorbereiding van een Regionale Energiestrategie (RES). De RES is een instrument om gezamenlijk te komen tot keuzes voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie-infrastructuur. Zo moet er d.m.v. het RES-proces ruimte gevonden worden om de duurzame opwek door wind en zon op land in te passen die ervoor moet gaan zorgen dat in 2030 landelijk 35 TWh aan elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. Daarnaast zal er gestuurd worden op 49 TWh duurzame opwek op zee in 2030. Daarmee zorgen we dat 70% van onze elektriciteit duurzaam in Nederland wordt opgewekt.

Als Servicepunt volgen wij de ontwikkelingen rond de RES op de voet. Deze keer een interview met Wies Thesingh, programmamanager van de RES Noord-Holland Noord samen met Odile Rasch. Wies werkt samen met collega’s uit de regio aan de voorbereidingen voor het maken van de RES. Gezien het korte tijdsbestek en de hoeveelheid partijen die geïnformeerd moeten worden, is een strakke tijdsplanning essentieel. Thesingh neemt ons mee in deze planning en geeft vijf tips voor het ontwikkelen van de RES.

De verwachte tijdlijn
1. Voorbereidingsfase (eind 2018 – mei 2019)
De voorbereiding loopt tot aan de ondertekening van het Klimaatakkoord, dat naar verwachting in mei 2019 plaatsvindt. Tijdens de voorbereidingsfase moeten alle betrokkenen, overheden én stakeholders, goed geïnformeerd worden over de RES én de startnotitie moet worden opgesteld en geaccordeerd. We lichten toe wat de RES precies inhoudt, waar het vandaan komt, wat de landelijke opgave is en waarom we dit met z’n allen doen. In de startnotitie staat hoe we het proces van de RES gaan doorlopen, welke afspraken we daar met elkaar over maken en stellen we commitment vast op de opgave die landelijk bepaald is. Zo krijg straks de ruimte om in een half jaar tijd snel te kunnen schakelen. Zo willen we een gemeenschappelijke bewustwording van de opgave creëren. Een flinke puzzel dus in alle regionale en lokale agenda’s. Om bewoners straks goed te betrekken werken we aan een website en een communicatienetwerk.

2. Ondertekening klimaatakkoord (mei 2019)
Vlak na de ondertekening van het Klimaatakkoord moeten de gemeenteraden, Provinciale Staten en waterschapsbesturen al de startnotitie vaststellen. Uitdaging daarbij zijn natuurlijk de verkiezingen van provincie en waterschap in maart. Vervolgens wordt gestart met het opstellen van de concept RES. Deze moet een half jaar na ondertekening van het Klimaatakkoord gereed zijn – naar verwachting ergens in november. Ook dat wordt vanwege het korte tijdsbestek een ingewikkelde opgave, wat vraagt om een strakke planning. Het gesprek over de oplossingen volgt pas na de startnotitie, uiteraard in samenspraak met de samenleving.

Vijf tips voor het ontwikkelen van de RES
1. Het ontwikkelen van de RES is niet een eenmalig iets
‘Van het moment van ondertekening van het Klimaatakkoord, hebben de regio’s een half jaar voor het opstellen van een concept-RES en vervolgens nog een half jaar voor het vaststellen van de RES 1.0. Daarna moet er hard gewerkt worden aan de uitvoering. Vóór 2025 zullen alle vergunningen verleend moeten worden om te zorgen dat de extra capaciteit er in 2030 ook echt staat. Bovendien moeten de uitkomsten van de RES lokaal verankerd worden in alle Omgevingsvisies. Daarna volgt een cyclus van twee jaar, waarin de RES geactualiseerd en gemonitord moet worden. Dat proberen we ook bij iedereen tussen de oren te krijgen – het is niet een eenmalig iets. Uiteindelijk wordt het een structurele bezigheid van de gemeente.’

2. Reserveer voldoende capaciteit voor de RES náást het bestaande duurzaamheidsprogramma
‘Veel gemeentes en waterschappen hebben al een duurzaamheids- of energieprogramma. De RES vraagt om extra capaciteit van elke overheid. Zorg dus dat je die niet van het bestaande duurzaamheidsprogramma afhaalt, want dat moet ook gewoon door blijven lopen. Die twee moeten niet elkaars concurrent gaan worden. Ga dus in gesprek met je directeur of gemeentelijke besturen over de hoeveelheid capaciteit en budget die de RES nodig heeft, zodat daar alvast op geanticipeerd kan worden in de voorjaarsnota’s. Denk daarbij ook aan ondersteuning van een communicatiespecialist vanaf het begin.’

3. Maak gebruik van de samenwerkingen die er al zijn
‘Uiteindelijk maken we in Noord-Holland Noord één RES die we in Den Haag gaan aanbieden. Maar die RES voor Noord-Holland Noord zal bestaan uit drie kleinere deel-RES-en, aansluitend op de bestaande deelregio’s in Noord-Holland Noord. Daar is al ambtelijke en bestuurlijke samenwerking, en zijn er veelal dezelfde soort opgaves en stakeholders aanwezig. Wanneer je dus bij het opstellen van de RES aansluit bij de samenwerkingen die er al zijn, kun je veel beter samen het gesprek aangaan over oplossingen.’

4. Kijk serieus naar het Klimaatakkoord en de daaruit vloeiende opdracht voor de RES
‘Het Klimaatakkoord ligt er nog niet, daarom lijkt de opgave die er ligt nog vrijblijvend. Ik wil ambtenaren toch meegeven om nu al serieus naar het Klimaatakkoord te kijken en de daar uitvloeiende opdracht voor de RES. In 2030 moet in Nederland 35 TWh wind- en zonnestroom op land geproduceerd worden. Dit staat los van de kleinschalige zonne-installaties op daken (7 TWh). Deze mogen dus niet meegerekend worden in die 35 TWh. Ook innovaties mogen hierin niet meegerekend worden. Er moet worden uitgegaan van bestaande technieken. Zo is de inzet van waterstof op dit moment nog geen optie. Het is belangrijk dat iedereen inzicht heeft in wat de opdracht werkelijk inhoudt.’

5. Vorm een multidisciplinair team waarmee je je RES kunt ontwikkelen en borgen
‘Om de RES op te stellen heb je als gemeente, waterschap en provincie verschillende vaardigheden nodig. Zo moet je in gesprek met de samenleving wat vraagt om communicatie en participatie – een activiteit waar een communicatie- en participatiespecialist voor nodig is. Uiteindelijk moet die RES een vaste plek krijgen in omgevingsbeleid. Dus betrek je collega’s van ruimtelijke ordening erbij. Daarnaast misschien ook wel van economische zaken, sociaal en groen, klimaatadaptatie en landschap en agrarische gebieden. Het is belangrijk om een multidisciplinair team te vormen om zo samen de RES op te stellen en uiteindelijk uit te voeren.‘

Energiemix
‘Een belangrijk punt is om de opgave van de energietransitie in beeld te kunnen brengen. Het Servicepunt Duurzame Energie heeft daarom geanalyseerd wat de energievraag van de (deel)regio in 2050 is en hoe deze duurzaam kan worden ingevuld: de energiemixen. De uitdaging daarbij was om de opgave van de RES goed te positioneren ten opzichte van de energiemix analyses: de RES gaat over 2030, de energiemix analyse over 2050. De RES gaat over de invulling van een deel van de landelijke opgave ‘35 TWh grootschalige opwek elektriciteit op land’, de energiemix gaat over ‘de totale energievraag van de regio 100% duurzaam’ invullen’. De RES gaat alleen over de opgaven ‘elektriciteit en gebouwde omgeving’, in de energiemix analyses zijn ook de opgaven voor ‘mobiliteit, agrarisch en industrie’ meegenomen waarbij een mogelijk scenario wordt weergegeven voor een energieneutrale (deel)regio. Deze energiemix kan als richtlijn worden gebruikt bij het opstellen van de RES.

Het model achter de energiemix is aanpasbaar en kan dus als een instrument worden gezien om scenario’s voor de RES te ontwikkelen. Zo kunnen we zien wat er gebeurt als je de opgave ‘duurzame elektriciteit’ 100% inzet met zon; hoeveel zonnepanelen zijn dan nodig? En hoeveel wanneer je ook windmolens toevoegt? De energiemixen voor de (deel)regio’s zijn waardevol als bouwsteen voor de RES, want hiermee is er één rekensystematiek voor de gehele provincie Noord-Holland. Bovendien ontstaat er een gevoel bij de opgave voor de langere termijn. Want daar moeten we uiteindelijk met elkaar naartoe werken.’

Categorieën: Nieuws