Warmtenet Muiderberg is in 2020 gestart vanuit het initiatief van bewoners uit Muiderberg en energiecoöperatie Wattnu. Aanleiding was de geplande renovatie van het riool: de initiatiefnemers zagen dit als een mogelijke koppelkans met de aanleg van een warmtenet. Gezamenlijk met de Gemeente Gooise Meren werden diverse aardgasvrij alternatieven op een rij gezet waaruit bleek dat een warmtenet inderdaad de beste aardgasvrij oplossing was. Vanuit een gezamenlijke ambitie om de energietransitie verder te brengen, mondde het initiatief al snel uit tot een pilot. De gemeente Gooise Meren zag dit initiatief als een mooie kans om iets nieuws te proberen en daarvan te leren. In de zomer van 2021 haakte Jacob Stuiver aan als projectleider. In dit artikel vertelt hij over zijn ervaringen en observaties en geeft hij tips voor het ontwikkelen van warmtenetten.
Wat was de beginsituatie van het project en met welke opdracht startte je?
“In 2020 had de gemeente, ondanks dat ze niet verkozen waren tot proeftuin, de ambitie om het initiatief verder te faciliteren en te ontwikkelen’’, vertelt Jacob. ‘’Er werd een lening aangegaan van 1,5 miljoen euro om alle voorbereidingen te treffen voor een ‘go’”. Groen licht zou betekenen dat ze over mochten gaan op de realisatie van een warmtenet in Muiderberg. Een behoorlijk experiment met nogal wat gewichtigheid.
De lening werd in twee delen verstrekt. Tijdens de eerste fase werd de kans gegrepen om zogezegd ‘mee te liften’ op de plannen om de riolering te vervangen. Dit bood een kans om de maatschappelijke kosten voor de aanleg van een warmtenet te drukken. Bovendien hield het project zo de vaart erin. Energiecoöperatie Wattnu was als initiatiefnemer zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. Een nauwe samenwerking met de gemeente was noodzakelijk voor het realiseren van praktische zaken, zoals vergunningen en bestemmingsplannen.
Bij de start van de tweede fase haakte ik aan als projectleider. Wat mij als eerste opviel, was de verschillende werkwijze van de gemeente en die van de energiecoöperatie. Enerzijds had je de energiecoöperatie voor wie de uitbetaling van de financiering niet snel genoeg kon gaan. Aan de andere kant had de gemeente te maken met allerlei processen die zorgvuldig doorlopen moesten worden. Als de coöperatie te snel wilde leveren, leverde dat belemmeringen op voor de gemeente en andersom natuurlijk ook. Ondanks de goede bedoelingen van beide partijen, liepen we al snel tegen dit cultuurverschil aan.”
Wat was de ambitie toen jullie als gemeente aan dit initiatief begonnen?
“De drijfveer was en is nog steeds, echt die hogere doelen behalen. Deze ambitie kreeg momentum door de wethouder die ook staat voor de energietransitie en dit ziet als een speerpunt voor de toekomst.”
Het project is co-creatief opgesteld met bewoners en ondernemers. Zou je daar iets meer over kunnen vertellen?
“De inrichting van het project was deels bepaald door beleidsstukken en de kleur van de wethouder. De wethouder verkoos collectieve warmteoplossingen boven individuele warmteoplossingen. Hierdoor kunnen de minder bedeelden in ons land ook mee met de energietransitie. Dit creëert draagvlak en kent ook een praktisch element; want zonder draagvlak is het heel moeilijk sturen en bewoners mee te krijgen.’’
‘‘Aan de andere kant werd de inrichting van de tweede fase van het project bepaald door eerdere lessen vanuit de eerste fase van het project’’, vervolgt Jacob. “Ook daarin waren we, wat betreft onze regierol nog erg zoekend. Wij stelden ons als gemeente eerst nog voornamelijk faciliterend op, maar het werd ons al gauw duidelijk dat we de regierol wilden aannemen. Dit om verzoeken beter bij te kunnen benen en situaties te voorkomen waarin belangen worden aangetast. Een voorbeeld daarvan was een lening die was verstrekt, waarbij geen voorwaarden werden meegenomen. Zorgvuldige verantwoording was in deze van groot belang. Nu de gemeente de regierol meer pakt kan het erop toezien dat het proces beter, zorgvuldiger en zo ook sneller verloopt.’’
Wat waren obstakels in het project?
“Het eerste obstakel waar de gemeente en het initiatief tegenaan liepen, was de verschillende werkwijze en het cultuurverschil tussen de twee organisaties. In het bedrijfsleven, of als ondernemer, ben je vaak gewend om zelfstandig beslissingen te nemen en deze direct uit te voeren. Binnen de gemeente ligt dit besluitvormingsproces anders. Als ambtenaar ben je namelijk adviseur voor de wethouder. De wethouder heeft het in te brengen in het college en geregeld heb je kaderstellend of controlerend ook de raad nodig. Een logisch gevolg is dat we meer dan eens met onbegrip van buitenaf te maken hadden.
Het tweede obstakel was de communicatie. Ik kan me voorstellen dat de interne werkwijze en organisatie van de gemeenteraad voor externen niet altijd duidelijk is. Naar mijn mening is dit van groot belangrijk voor de samenwerking bij dit soort projecten. Vragen als: ‘Hebben we een gezamenlijke ambitie? Zitten alle partijen op dezelfde lijn? Kunnen we bij het opstellen van overeenkomsten nog dezelfde koers blijven varen? En hoe organiseren we dat?’ Mijn ervaring van de afgelopen jaren was dat het best moeizaam was om dit boven tafel te krijgen en bespreekbaar te maken.
Een laatste obstakel waar het project tegenaan liep, was de aanvraag van de PAW-subsidie (Programma Aardgasvrije Wijken). Deze werd tijdens de derde ronde niet gehaald. Op dat moment besloot de gemeente dat het een goed moment was om te evalueren, met name over de samenwerking. Samen met de initiatiefnemer hebben we een extern bedrijf ingehuurd om hiernaar te kijken en die zijn met aanbevelingen gekomen. Deze aanbevelingen worden nu in het project geïmplementeerd om een nieuwe fase te starten.”
Wat waren de mijlpalen in dit project?
‘‘Een mijlpaal was het uitvoeren van deze gezamenlijke evaluatie. Het missen van de PAW-subsidie leidde er namelijk toe dat de samenwerking tussen de gemeente en energiecoöperatie werd geëvalueerd. Hoewel de adviezen uit de evaluatie niet direct zullen worden ingevoerd, ben ik ervan overtuigd dat het bijdraagt aan een betere samenwerking tussen bewoners, publieke en private ondernemingen en de gemeente.
Er werd gezamenlijk gekeken naar hoe het proces van het initiatief verbeterd zou kunnen worden. Inmiddels merken we dat de gesprekken sinds de evaluatie steeds positiever verlopen. Ook wordt er beter om hulp gevraagd en lijken de betrokkenen het belang en het positieve effect van communiceren en afstemmen in te zien.”
Wat zijn drie lessen die jij andere gemeenten zou willen meegeven?
“Ik zou gemeenten willen adviseren om de regie te pakken en mensen van de juiste informatie te voorzien. Daarnaast is het belangrijk om duidelijk de opgave te formuleren, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is. Dit zal veel extra werk en frustratie wegnemen. Tot slot is het van belang om gedurende het gehele proces van het project te blijven evalueren. Aangezien de omstandigheden snel veranderen in dit veld, is het goed om gemaakte beslissingen geregeld ter discussie te stellen.”
Wat is volgens jou nodig om het proces van een energietransitie project goed in te richten?
“Heldere en open communicatie naar de belangrijkste stakeholders toe is belangrijk voor een goed verloop van het proces. In de warmtetransitie zijn dat de bewoners, maar ook woningcorporaties. Daarnaast is het voor de energietransitie van belang om buiten de gebaande paden te denken. Die paden zij nu nog erg sectoraal. Wanneer je het bijvoorbeeld hebt over “ruimte”, gaat ruimtelijke kwaliteit nu nog boven alles. Naar mijn mening moeten we gaan kijken hoe ruimte dusdanig benut kan worden, zodat het meerdere belangen dient.’’
Wil je meer weten over het Warmtenet Muiderberg? Neem contact op met Jacob.