Begin dit jaar is het startschot gelost door het kabinet met het opgestelde Klimaatakkoord. Een van de onderwerpen binnen het Klimaatakkoord is de Gebouwde omgeving met Diederik Samsom als voorzitter. Samen met bedrijven en organisaties in de sector Gebouwde omgeving is hij in gesprek gegaan over hoe we CO2 kunnen verminderen door huizen en gebouwen aan te passen. De uitdagingen en kansen werden aan tafel besproken, maar ook kwamen er dilemma’s langs. In dit item staan we met Diederik Samsom stil bij de dillema’s van de warmtetransitie.
Dilemma 1: Keuzevrijheid vs. seriematige aanpak
Om voldoende versnelling en opschaling te bereiken (700 woningen per dag over een periode van 30 jaar), is een zekere mate van seriematig werken noodzakelijk. Dat zorgt hopelijk voor voldoende aanbod en drukt daarmee ook de prijs van integrale oplossingen. De keuzevrijheid van bewoners en gebruikers wordt hiermee wel beperkt. Maar willen mensen eigenlijk wel zoveel keuze?
‘’Mensen willen vooral niet dat hen de mogelijkheid tot een keuze wordt onthouden. Dat is de grote uitdaging van de wijkgerichte aanpak. In het proces naar een eenduidige oplossing die voor (vrijwel) alle woningen in de wijk geldt, dienen woning- en gebouweigenaren betrokken te worden bij de gezamenlijke keuze die gemaakt zal worden. Alleen bij voldoende betrokkenheid bij deze gezamenlijke keuze is de beperking van de individuele keuzes daarna voor mensen acceptabel.’’
Dilemma 2: Verplichten vs. verleiden
Al jarenlang wordt via allerlei campagnes, acties en regelingen geprobeerd de samenleving te verduurzamen. In de jaren ’80 hadden we al de Nationale Kierenjacht met Van Kooten en De Bie. Dat heeft nog niet geleid tot het benodigde resultaat, want de urgentie wordt nog onvoldoende gevoeld. Is het dus niet tijd voor een meer verplichtende aanpak?
‘’Zolang de mogelijkheden van een dringende aanpak nog niet ten volle zijn benut, is een generieke dwingende aanpak geen echte optie. Bij aankoop van een woning kan bijvoorbeeld veel dringender en gerichter worden toegewerkt naar verduurzaming. Door de juiste voorlichting, een passend aanbod en een koppeling met de hypotheek is er veel meer mogelijk dan wat we nu doen.
Specifieke verplichtende instrumenten zijn echter wel nodig als sluitstuk. Voor bestaande woningen in een wijk die bijvoorbeeld op een collectieve warmtevoorziening worden aangesloten, dient voor die laatste paar procent van de eigenaren die ook na hulp en drang niet willen meewerken, een vorm van aanwijzingsbevoegheid te komen – zoals dat ook bij bijvoorbeeld funderingsproblematiek is toegepast.’’
Dilemma 3: Financierbaar vs. onrendabele top
De benodigde investeringen voor de transitie zijn voor een deel te financieren vanwege vermeden kosten, zoals bijvoorbeeld lagere energielasten of door waardestijging. Echter, lossen deze twee factoren het financiële plaatje niet in z’n geheel op. De relatief lage prijs voor aardgas helpt daarin ook niet mee. De huidige oplossingen kennen vaak nog een onrendabele top. Is de warmtetransitie rendabel financierbaar?
‘’Kostendaling door schaalvergroting en een verschuiving in de energiebelastingen dienen in eerste instantie de onrendabele top van verduurzaming (fors) terug te brengen. Vervolgens zal aantrekkelijke financiering, al dan niet gebouwgebonden, een rol spelen bij het rendabel financierbaar maken van verduurzaming. Daarboven zal het Rijk generiek en tijdelijk door subsidies de onrendabele top van installaties en ingrepen verlagen c.q. wegnemen (ISDE). De gemeente kan daarnaast specifiek de onrendabele top van collectieve opties – een warmtenet of individuele verbouwingen – met een specifiek onrendabel karakter op zich nemen, mits daar de juiste middelen voor komen. Die zijn nu nog tijdelijk in het kader van de 100-wijken aanpak. De komende maanden moet er meer inzicht komen in de bedragen die hiermee gemoeid zijn.’’
Dilemma 4: Persoonsgebonden vs. objectgebonden
De transitie gaat over vastgoed, infrastructuur en bronnen. Allemaal objecten die met een goede businesscase zijn te financieren. Vooral in het vastgoed is echter veel financiering (hypotheken, leningen) gekoppeld aan een rechtspersoon en die blijft vaak niet zijn leven lang verbonden aan één woning. Hoe maken we op grote schaal investeren wel aantrekkelijk, ook als je na een paar jaar weer verhuist?
‘’Via een wijziging van het Burgerlijk Wetboek wordt objectgebonden financiering mogelijk gemaakt. Daarnaast zijn er mogelijkheden om via erfpacht-constructies of baatbelasting een aan het object gebonden financiering vorm te geven. De belangrijkste vorm van financiering zal waarschijnlijk een hypothecaire financiering blijven, die ook met lange looptijden werkt. Het is van cruciaal belang dat er in die financiering meer ruimte komt voor verduurzaming, bijvoorbeeld door woonlasten naast inkomen een belangrijkere rol te laten spelen in de financieringsvoorwaarden.’’
Dilemma 5: Bezit vs. gebruik
Verreweg de meeste installaties die met aardgas de gebouwde omgeving warm stoken, zijn voor veel geld aangeschaft en daarmee in eigendom. De prikkel om te vernieuwen of te besparen ligt daarmee niet bij de markt. Eigenlijk willen we alleen warmte en stroom, dus waarom geen energy as a service om die verhoudingen om te draaien?
‘’Energy as a service rukt nu snel op in de utiliteitsbouw. Voor woningen geldt dat de energielasten simpelweg nog te laag zijn om de overheadkosten van een energiedienst te dragen. Ik verwacht echter dat energiediensten met een opschaling van de verduurzaming ook in de particuliere woningbouw een grotere rol zal gaan spelen. In eerste instantie via individuele installaties als (hybride) warmtepompen en zon-PV systemen, maar op termijn ook voor de energiehuishouding van gehele woningen.’’