Skip to main content

Warmtetransitie in de IJmond: samenwerken met lef en lange adem

 

De regio IJmond – met de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk – staat voor een uitdagende maar kansrijke warmtetransitie. Marcus Sloog, programmamanager warmte in de regio, vertelt hoe de gemeenten samen bouwen aan een toekomstbestendige warmtevoorziening. 

Bronnen en kansen

De IJmond heeft een bijzondere uitgangspositie. Enerzijds is er veel warmtevraag, vooral in het zuiden bij corporatiewoningen en gestapelde bouw. Anderzijds liggen er in de regio verschillende potentiële warmtebronnen, zoals geothermie en restwarmte van industrie. 

Marcus benadrukt dat Tata Steel daarin een aparte rol speelt. “De dynamiek rond Tata verandert voortdurend,” zegt hij. “Soms is er veel restwarmte beschikbaar, dan weer niet. Bovendien is er maatschappelijk en politiek debat over de toekomst van het bedrijf. Toch was Tata wel de aanleiding voor de drie gemeenten om gezamenlijk naar warmtevoorziening te kijken.” 

Dat gezamenlijke vertrekpunt is belangrijk, maar niet allesbepalend. Ook buiten Tata zijn er kansen, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen of via geothermie. Marcus: “Eigenlijk is warmte gewoon één grote cv-leiding door de straat. Je kunt er verschillende bronnen op aansluiten – restwarmte, geothermie, of in de toekomst misschien waterstof. Maar je moet ergens beginnen.” 

Samenwerking tussen gemeenten

De samenwerking tussen de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk is de laatste jaren sterker geworden. Waar belangen en tempo’s vroeger uiteenliepen, staan de neuzen nu meer dezelfde kant op. Er is een bestuurlijke stuurgroep met wethouders uit alle drie de gemeenten. Zij overleggen frequent om betrokken te blijven, en op één lijn te blijven. Volgens Marcus maakt dit een groot verschil, in positieve zin. “Als er draagvlak is bij de colleges, kun je stappen zetten. Zonder dat blijft een project vaak hangen in de ideeënfase.” 

Dat bestuurlijk draagvlak komt niet uit de lucht vallen. Het wordt mede gevoed door externe ontwikkelingen die de druk opvoeren. Zo maakt netcongestie het bijvoorbeeld noodzakelijk om alternatieve warmtevoorzieningen serieus te onderzoeken. Zulke vraagstukken zorgen ervoor dat de gemeenten elkaar sneller opzoeken en plannen ook daadwerkelijk verder gebracht worden. 

Knelpunten en uitdagingen

Naast kansen zijn er ook stevige obstakels. Een belangrijk voorbeeld is het Noordzeekanaal, dat de regio doorsnijdt. Voor een warmtenet betekent dit hoge kosten en ingewikkelde technische oplossingen. “In theorie kun je het kanaal kruisen, bijvoorbeeld met een boring of via ruimte bij de snelweg,” legt Marcus uit. “Maar dat maakt het allemaal een stuk duurder. Daarom onderzoeken we ook of er bronnen aan de zuidkant van het kanaal beschikbaar zijn, zoals geothermie.” 

Daarnaast ligt er een uitdaging in de verdeling van warmtebronnen en -vraag, binnen de regio IJmond. Het grootste deel van de warmtevraag zit in het zuiden, terwijl veel potentiële bronnen juist in het noorden liggen. Het slim verbinden van die twee is dus cruciaal – en kostbaar. 

Tot slot verandert de context voortdurend. De toekomst van Tata, de ontwikkeling van waterstof, of landelijke verkiezingen: allemaal factoren die de plannen kunnen versnellen of juist op losse schroeven zetten. “Je moet eindeloos optimistisch zijn om dit proces vol te houden,” zegt Marcus. “Het gaat stap voor stap, met soms twee stappen vooruit en één terug.” 

De rol van corporaties en inwoners

Een groot deel van de warmtevraag in de IJmond komt uit corporatiewoningen. Daarom zijn woningcorporaties de eerste logische partners. Marcus legt uit: “Als we daar stappen kunnen zetten, volgt de rest.” Corporaties hebben bovendien de opgave om woningen te verduurzamen en betaalbaar te houden, waardoor samenwerking vanzelfsprekend is. 

Inwoners spelen zeker ook een rol, maar vooral in een latere fase. “Op dit moment zitten we nog in de onderzoeks- en ontwerpfase,” zegt Marcus. “Participatie van bewoners komt zodra er concrete plannen liggen. Dan is het belangrijk dat iedereen mee kan doen en begrijpt dat dit geen kwestie is van een paar jaar, maar van de lange adem.”. 

Lessen voor andere regio’s

Wat kunnen andere regio’s leren van de regio IJmond? Volgens Marcus zijn er drie dingen cruciaal: 

  1. Betrokken bestuurders – zonder bestuurlijk draagvlak komt een project moeilijk van de grond. 
  1. Samenwerken over gemeentegrenzen heen – warmte stopt niet bij een grens. 
  1. Zie warmte als nutsvoorziening – net als elektriciteit en gas vraagt warmte om collectieve infrastructuur en een publieke aanpak. 

Daarnaast vraagt het proces om geduld én lef. “Dit is pionieren,” zegt Marcus. “Je moet optimistisch zijn, kleine stappen durven zetten, en accepteren dat de context steeds verandert. Maar de stip op de horizon blijft hetzelfde: duurzame, betaalbare warmte voor iedereen.”